Journalisten kunnen veel productiever werken. Aan de sprongetjes die ik zelf al maakte, merk ik dat er nog heel veel rek in zit. Met het juiste digitale gereedschap kunnen we het vak een stuk professioneler maken.
Op de School van Journalistiek leer je hoe een strakke inleiding in elkaar zit. Tijdens je stage ontwikkel je gevoel voor het maken van een pakkende kop. En volgens mijn toenmalig schrijfdocent begon een beklijvend artikel met een klap in je gezicht en zat het venijn in de staart. Kritische eindredacteuren hielpen me kop en staart steeds beter te verbinden. Dankzij mijn opleiding heb ik aardig leren schrijven, al zeg ik het zelf.
Dat zijn handige vaardigheden voor in je gereedschapskist als redacteur. Ik begon dan ook vol goede moed als coördinator van twee lokale huis-aan-huisbladen, mijn eerste echte journalistieke baan al voordat ik officieel afstudeerde. Maar dat viel al tijdens de eerste werkdag vies tegen. Een projectkrant tijdens je opleiding volplannen is één ding. Ieder teamlid schrijft twee artikelen en het is klaar. De praktijk was wel even anders: hoe krijg je in vredesnaam elke week twee kranten vol op een manier dat de lezers je niet direct bij het oud-papier gooien?
Slapeloze nachten
Gelukkig herkende een oudere collega mijn wanhopige blik in de eerste week. Hij ontfermde zich over me door een kopietje te maken van zijn planning. Een A3 met drie kolommen, die hij wekelijks met potlood invulde. Na het zakken van de krant kopieerde hij het basisdocument voor de volgende week. Een vast ritueel. Maagdelijk witte lijnen die al decennialang de basis vormen voor uitgebalanceerd lokaal nieuws.
Na een paar weken had ik zijn methode dusdanig onder de knie, dat ik de planning om durfde te zetten naar een Word-document. Hoewel het een beetje als heiligschennis voelde, was ik direct een stuk wendbaarder. Toen de uitgever ons redacteuren even later dwong om ook dagelijks de website en social media in te zetten, was dat voor mij een logische stap binnen mijn proces. Diverse collega’s bezorgde het slapeloze nachten, omdat voor hun gevoel ineens hun hele manier van werken onder vuur lag.
Boemerang
Hoewel ik er niet voor ben opgeleid, werk ik inmiddels zeker 10 jaar stap voor stap steeds digitaler. Dat komt deels uit eigen nieuwsgierigheid, maar ook dankzij inspirerende collega’s die hier belangrijke wegbereiders zijn.
Maar de echte verandering voor mij kwam op gang toen ik naar Berlijn verhuisde. Niet zozeer door de stad zelf, maar veel meer door de mensen die ik er ontmoette. Ik rolde er de startupwereld binnen. Daar kwamen kritische vragen aan software nerds als een boemerang bij me terug. Het zette me aan het denken: hoe kan het dat ik mijn to-dolijstje in een Word-doc en op losse blaadjes heb, mijn aantekeningen op papier maak en mijn agenda een deftige Moleskine is?
Steeds productiever
Ik ben echt geen tooltjestijger en ik zal nooit een gadgetfreak worden, maar het laatste interview dat ik op een kladblok meeschreef, ligt al jaren achter me. Ik kreeg gevoel bij welke functies bepaalde onderdelen van het werk hebben, en hoe ik hier veel efficiënter mee om kan gaan. En bovenal, hoe ik de digitale wereld voor me kan laten werken, zodat ik veel meer tijd heb voor de verhalen zelf. Ik durf wel te stellen dat dankzij de nerds mijn productiviteit enorm groeit en nog veel verder kan groeien.
Schrijven, kritisch denken en nieuwsgierigheid leerde ik binnen de journalistiek. Maar het optimaliseren van je werkproces, efficiënter omgaan met je tijd, het handig inzetten van digitale gereedschappen en slimmer plannen, ontdekte ik dus vooral via mensen van buiten mijn bubbel. Door hun ogen ziet mijn geliefde beroepsgroep er ineens hopeloos ouderwets uit.
Een beetje nostalgie is mij niet vreemd, maar we laten ons toch niet overbodig maken?
Tekst: Bertus Bouwman